Bijna 1 op de 10 Belgen wil dit jaar kat of hond in huis nemen
Ook na lockdowns blijven vooral puppy’s en kittens sterk in trek
Corona bleek een enorme ‘kat’alysator voor het nemen van een huisdier: liefst één op de acht Belgen adopteerde een pup of kitten tijdens de voorbije lockdowns. En de beestjesgekte is nog steeds niet voorbij, zo blijkt uit een onderzoek van iVox* in opdracht van specialist in voeding voor katten en honden Royal Canin. De nieuwe adoptiegolf startte al tijdens de voorbije kerstvakantie en net geen 10% van de Belgen wil tegen het eind van dit jaar zijn gezin uitbreiden met een hond of een kat, vooral jonge diertjes. Hondengedragsexperte Joke Monteny roept toekomstige baasjes wel op om zich goed voor te bereiden. “Om het fysieke en mentale welzijn van het dier te garanderen. En om ervoor te zorgen dat elke adoptie een blijvende wordt.”
De belangrijkste conclusies in een notendop:
- Een ruime 9% van de Belgen is van plan een hond of kat te nemen in de loop van 2022. Daarbij zijn vooral jonge diertjes in trek met 1 op de 25 Belgen die een pup willen en 1 op de 50 een kitten.
- 32% van de (toekomstige) baasjes denkt zich niet te moeten voorbereiden op de komst van die puppy of kitten. Ongeveer een vijfde gaat voor advies naar de dierenarts.
- De Belgische baasjes vinden het bij een jong huisdier het moeilijkste om grenzen te bepalen op het vlak van gedrag (52%), te begrijpen wat bepaald gedrag nu juist betekent (37%), te snappen welke specifieke noden gepaard gaan met het ras (34%) alsook de voedingsbehoeften (28%) – uitdagingen die opgevangen kunnen worden met een goede voorbereiding.
Heel wat gezinnen zagen tijdens de eerste golven van de coronapandemie hun kans schoon om eindelijk een pup of een kitten in huis te halen. Dat was het geval voor liefst een op de acht Belgen. Daarnaast geeft 37% aan dat ze op dat moment al een volwassen dier in huis hadden. Je zou dus durven denken dat de krabpalen en hondenmandjes zo stilaan volzet raken, maar het tegendeel is waar. 4% van de Belgen haalde de voorbije kerstvakantie al een pup of kitten in huis en nog eens bijna 10% (9,3%) is van plan binnen dit jaar een hond of kat te adopteren, vooral jonge diertjes (4% puppy’s en 2% kittens). 3% van de Belgen is van plan een gouden mandje te bieden aan een volwassen hond en 1% aan een volwassen kat.
De animo voor een nieuwe pluizige BFF is opmerkelijk groter in het Franstalige landsgedeelte (adoptieplannen FR: 8% puppy of kitten vs NL: 3%). 12% van de Belgen zullen hun pup of kitten verwelkomen tijdens een vakantieperiode. Joke Monteny, gedragsexperte voor honden en auteur van het boek “Je pup is geen opwindspeeltje”: “Het is inderdaad een goed idee om een jong dier te verwelkomen op een moment dat je het zelf wat rustiger hebt. Een nieuwe thuis is een enorme aanpassing voor zo’n beestje en kan overweldigend zijn. De nodige zen-factor in huis helpt de overgang te vergemakkelijken. Hetzelfde geldt trouwens ook als je een volwassen dier in huis haalt. Rust, routine en een baasje dat de tijd heeft om erop toe te zien dat alles aanwezig is wat de hond nodig heeft, vormen het juiste recept om de hond het zo belangrijke gevoel van veiligheid te kunnen geven.”
(Hoe) Bereiden we ons voor op de komst van Max of Minou?
32% van de (toekomstige) baasjes denkt zich niet te moeten voorbereiden omdat ze al meer dan voldoende ervaring met huisdieren hebben (NL: 38% vs FR: 27%). Ongeveer een vijfde (19%) vraagt liefst de dierenarts om advies. Het zijn vooral de oudere baasjes die de dierenarts als klankbord zien (<=34 j: 12%, 34-54j: 20%, >55j: 26%). We gaan ook veel online (18%) op zoek naar informatie over hoe we met onze viervoeters moeten omgaan. Zo’n 10% gaat zijn kennis dan weer eerder in gespecialiseerde boeken zoeken. Verder omvatten de voorbereidingen vooral een aantal praktische elementen zoals het huis puppy- (13%) en kittenproof (17%) maken en speeltjes kopen (13%). Nele Houbrechts, dierenarts bij Royal Canin: “Het is alvast heel bemoedigend om te zien dat toekomstige baasjes te rade gaan bij de dierenarts. Het is dan ook heel belangrijk dat ze een goed inzicht hebben in de specifieke behoeften van hun dier. In het geval van pups en kittens is het cruciaal dat zij de juiste voeding krijgen in functie van hun specifieke behoeften. Zo gaan pups doorgaans vanaf 8 weken naar hun nieuwe familie. Enerzijds hebben ze op dat moment een hoge energiebehoefte. Anderzijds is hun immuunsysteem nog niet volledig ontwikkeld en ook het spijsverteringsstelsel is nog niet volgroeid. Hierdoor hebben ze drie keer per dag aangepaste voeding nodig.” Pups en kittens hebben in hun ontwikkeling tot volwassen dier verschillende fases die elk gepaard gaan met verschillende voedingsbehoeftes en die dikwijls ook nog eens afhankelijk zijn van het ras. Zo maken puppy's van (zeer) grote rassen bijvoorbeeld een snelle skeletgroei door tot de leeftijd van acht of negen maanden, terwijl de resterende maanden gericht zijn op het ontwikkelen van spieren totdat ze hun volwassen lichaamsgewicht bereiken – 70 tot zelfs 100 keer hun geboortegewicht bij grote rassen. Kittens hebben dan weer een groeispurt vanaf de leeftijd van 12 weken. Hoewel hun energiebehoefte op dat moment wat daalt, hebben ze nog altijd drie keer zoveel energie nodig als een volwassen kat om hen voor te bereiden op hun meest intensieve gewichtstoenameperiode bij vier tot vijf maanden, wanneer hun gewicht met liefst 100 gram per week toeneemt.
Joke Monteny: “Het juist inschatten van de fysiologische behoeften van het dier en het goed begrijpen van de verschillende ontwikkelingsfases is vaak al een eerste uitdaging waar baasjes soms tegenaan lopen. Maar dan zijn er natuurlijk ook nog de psychologische ontwikkelingsbehoeften. Zo is de socialisatiefase een van de sleutelmomenten voor een pup/kitten waarin hij/zij leert met nieuwe situaties en ontmoetingen om te gaan. Anderzijds is socialisatie ook een evenwichtsoefening voor het baasje. Het is belangrijk om voldoende nieuwe prikkels aan te bieden, zonder het dier daarbij te overweldigen. Daarom is het voor baasjes ook belangrijk dat ze de taal van hun kat en hond goed leren begrijpen.”
Groeipijntjes?
Ook de Belgische baasjes bevestigen dat ze het een flinke uitdaging vinden om te begrijpen wat hun pup of kitten hen probeert duidelijk te maken met bepaalde gedragingen (37% in de top 3). Een nog grotere uitdaging is grenzen bepalen op het vlak van gedrag. Daar heeft liefst de helft van de baasjes (52%) het wel eens moeilijk mee. Joke Monteny: “Opvoeding kost tijd en vergt het nodige geduld. Je kan uiteraard goed gedrag belonen met een calorie-arm hapje, lof, aandacht of een speeltje. Maar nog belangrijker is het om ervoor te zorgen dat jij en je dier een goede band ontwikkelen en in te zien dat veel van wat wij als ongewenst gedrag beschouwen wel normaal is voor de hond, én meestal van voorbijgaande aard. Als het dan toch een keertje misgaat, is het belangrijk om hier zonder al teveel emotie op te reageren en verder te gaan. Boos worden doet meer kwaad dan goed”.
We vinden het verder ook moeilijk om in te schatten welke specifieke behoeften er nu precies gepaard gaan met het ras van onze kat of hond (34%) en wat de voedingsbehoeften nu juist zijn. Nele Houbrechts: “De vragen die baasjes zich stellen omtrent rasspecifieke behoeften en voedingsnoden zijn sterk verweven. Zo heeft een Duitse Herder bijvoorbeeld ondersteuning nodig van zijn eerder gevoelige spijsvertering en idealiter ook bouwstenen om zijn botten en gewrichten te ondersteunen. Bij de Chihuahua is het dan weer belangrijk om tandsteen te vermijden met bv. calciumvangers in zijn voeding. Hetzelfde zien we trouwens ook bij katten. Zo moet de voeding van een British Shorthair een aangepast vetgehalte hebben voor gewichtsbeheersing. Een Siamese kat heeft dan weer baat bij extra Omega-6 vetzuren voor haar vacht. Om deze rasspecifieke behoeften te snappen, is het het belangrijk om de dierenarts om advies te vragen. Want begrijpen wat je dier nodig heeft, is de basis van een lang en gezond leven voor je kat of hond.”
Over Royal Canin
Royal Canin® is een divisie van Mars Petcare en een wereldwijde leider op het gebied van de voeding voor huisdieren. Royal Canin® is ruim 50 jaar geleden opgericht door de Franse dierenarts Jean Cathary en heeft als doel "Make A Better World For Pets®”. Daarbij stelt de organisatie de voedingsbehoeften van katten en honden altijd centraal in het innovatieproces. Hun leeftijd, levensstijl, grootte, ras en activiteitenniveau worden bestudeerd om diëten te produceren voor de specifieke behoeften van elk huisdier. Royal Canin® werkt hiervoor nauw samen met o.a. fokkers en dierenartsen.Royal Canin® is actief in 100 markten en telt ongeveer 7.800 medewerkers, waaronder 500 dierenartsen en voedingsdeskundigen. Het beheert ook 16 fabrieken over de hele wereld, 1 onderzoeks- en ontwikkelingscentrum, 2 innovatiecentra en 4 laboratoria. De voedingsproducten van Royal Canin® zijn wereldwijd verkrijgbaar bij dierenspeciaalzaken en bij dierenartsen.